BERICHT
Deze rubriek bevat de collectieve arbeidsovereenkomsten zoals ze in de Nationale Arbeidsraad zijn gesloten. De wettelijke of verordenende bepalingen die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de rechten en plichten die uit die collectieve arbeidsovereenkomsten voortvloeien, zijn hier dus niet opgenomen.
CAO per thema
Outplacement
De Nationale Arbeidsraad heeft de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 51 van 10 februari 1992 gesloten betreffende outplacement.
Die collectieve arbeidsovereenkomst vormt het resultaat van een diepgaand onderzoek dat de Raad op vraag van de Minister van Tewerkstelling en Arbeid tijdens de jaren 1990 en 1991 in verband met het outplacement-fenomeen heeft uitgevoerd.
Outplacement wordt er in omschreven als een geheel van begeleidende diensten en adviezen, die in opdracht van een werkgever door een derde, het outplacement-bureau, tegen betaling individueel of in groep worden verleend om een werknemer in staat te stellen zelf zo vlug mogelijk een betrekking bij een nieuwe werkgever te vinden of een beroepsbezigheid als zelfstandige te ontplooien.
De overeenkomst regelt de individuele en collectieve verhoudingen van werkgevers en werknemers betreffende het aanbod, de organisatie en de inhoud van de outplacement-begeleiding, het tijdstip waarop die begeleiding mag aanvatten en de kostprijs ervan.
Met het oog op het behoud van de werkgelegenheid van oudere werknemers heeft de wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers voorzien in een recht op outplacement voor ontslagen werknemers van minstens 45 jaar behalve indien het ontslag betrekking heeft op een dringende reden of in geval van brugpensioen. De invulling van dat recht werd toevertrouwd aan de sociale partners, die in de Nationale Arbeidsraad daaromtrent de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 van 10 juli 2002 sloten.
De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 bis van 17 juli 2007 heeft vooral tot doel de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 van 10 juli 2002 aan te passen, rekening houdend met artikel 13 van de wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, zoals vervangen door artikel 7 van de wet van 17 mei 2007 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2007-2008. Daaruit vloeit voort dat de werkgever een outplacementbegeleiding moet aanbieden aan de werknemer van vijfenveertig jaar en ouder. De collectieve arbeidsovereenkomst houdt bovendien rekening met de wijzigingen die in de werkloosheidsregelgeving zijn aangebracht en volgens welke de werknemer een outplacementbegeleiding moet aanvaarden en eraan moet meewerken. Hij moet er zelfs om verzoeken indien zijn werkgever hem geen aanbod heeft gedaan.
De collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt in hoofdzaak dat een outplacementaanbod maar geldig is indien het voldoet aan de kwaliteitscriteria waarin ze voorziet. Ze regelt ook de duur en de fasering van de outplacementbegeleiding en stelt de procedure vast voor het aanbieden en het verkrijgen van een dergelijke begeleiding.
De collectieve arbeidsovereenkomst trad in werking op 1 december 2007. De regeling geldt voor de ontslagen die vanaf die datum plaatshebben. Voor meer informatie, zie de rubriek "Dossiers".